Lees hieronder het interview met Aysin en Wegatha dat vanuit Treant georganiseerd is.
Hoe zijn jullie in Nederland terecht gekomen?
Aysin: ‘Ik kom uit Turkije. Vanwege mijn politieke overtuiging liep ik het risico in de gevangenis te komen. Ik kon daar dus niet blijven. Met mijn moeder ben ik in 2016 naar Oekraïne gevlucht. Daar woonde mijn broer, want hij is getrouwd met een Oekraïense. Op een gegeven moment verliep ons Turkse paspoort. Maar we konden niet meer terug naar Turkije en in Oekraine blijven kon ook niet meer. Gelukkig opende Nederland in 2021 de grenzen voor Gülenisten. Daardoor kon ik hier in 2022 een verblijfsvergunning krijgen.’
Wegahta: ‘Vijf jaar geleden ben ik mijn man achterna gereist uit Eritrea. Hij woonde en werkte al in Nederland. Ik ben toen met mijn dochter hier heen gekomen.’
Hoe kwamen jullie in het Ellertsveld?
Wegatha: 'De gemeente Coevorden vroeg het Ellertsveld of ik hier stage mocht lopen. Nu werk ik hier al weer twee jaar en vier maanden. Sinds kort ben ik hier drie ochtenden in de week. Dan help ik mee met de ochtendgymnastiek en het koffiedrinken daarna.’
Aysin: ‘Net zoals Wegahta woon ik ook in Schoonoord. Eerst werkte ik bij de receptie. Maar daar had ik weinig contact met de bewoners. Sinds juli werk ik in de koffiezaal. Ik zet de kopjes en schoteltjes neer, schenk koffie en thee, en help ook weer mee opruimen. Ook zet ik de spulletjes klaar voor de spelletjesmiddag. In totaal ben ik hier twee ochtenden en twee middagen in de week.’
Wat is je ambitie?
Aysin: ‘In Turkije had ik een eigen bedrijf. Gespecialiseerd in de marketing van huizen. In de toekomst zou ik graag weer in de makelaardij willen werken. Maar dan moet ik eerst beter Nederlands spreken. Mijn doel is volgend jaar mei/juni op taalniveau B1 te zitten. Dat is het normale taalniveau in Nederland.’
Wegatha: ‘Werken is belangrijk. Ik Eritrea werkte ik in een restaurant: ik kookte en serveerde. Dat zou ik hier ook graag weer willen doen. Het maakt niet uit waar. Als ik maar contact heb met mensen.’
Lukt het een beetje met Nederlands leren?
Aysin: ‘Ik ga drie middagen in de week naar Nederlandse les. Ook volg ik elke week een online les van een Turkse meneer. Zelf leer ik het best als ik ook de structuur van de taal begrijp. Maar de grammatica wordt tijdens de Nederlandse les nauwelijks uitgelegd. Dat maakt het moeilijker voor me.
Als ze liedjes zingen bij het Ellertsveld, dan zing ik trouwens ook lekker mee. Daar leer ik van. Sommige liedjes begrijp ik prima. Maar niet alles is even makkelijk. Dat geldt ook voor de gesprekken. De medewerkers kan ik goed verstaan. Maar snap de bewoners nog niet altijd. Gelukkig heb ik veel steun aan Petra en Sanne. De activiteitenbegeleidsters bij Ellertsveld. Bij hen kan ik altijd terecht voor hulp.’
Wegatha: ‘Ik vind Nederlands moeilijk. Ik begrijp niet alles. Maar Nederlands praten vind ik nog moeilijker. Een keer per week ga ik naar Nederlandse les. Gelukkig kan ik thuis ook oefenen, want mijn dochter van elf spreekt prima Nederlands.’
Foto: Treant / Taalstagiaires Aysin en Wegatha
De wereld is groter dan Schoonoord
‘Als woonzorgcentrum heb je een sociale functie in de maatschappij’, vindt Sanne van Winkoop, een van de activiteitenbegeleidsters bij het Ellertsveld. De wereld is tenslotte groter dan Schoonoord.
Een stagiair brengt zijn eigen inzichten en cultuur mee. Wij leren daar als Ellertsveld van. En de stagiair leert bij ons over de Nederlandse taal en cultuur, het opdoen van een arbeidsritme, en onze arbeidscultuur. Maar ze leren zichzelf ook beter kennen en krijgen zelfvertrouwen. Al met al, snijdt het mes dus aan twee kanten.’
Dit interview is ook te zien op de website van Treant, waar meer mooie verhalen te lezen zijn over Treanters. Op LinkedIn is Treant hier te vinden.